Bindende afspraken nodig voor bijbouwen verpleegplekken
De toekomst van de ouderenzorg ziet er niet goed uit. Het aantal ouderen groeit harder dan het aantal woonzorgplekken, de hoeveelheid ouderenzorgmedewerkers neemt geleidelijk af en ook zijn er steeds minder mantelzorgers. Mensen hebben recht op goede zorg, maar dat recht is niet langer een vanzelfsprekendheid.
17.000 op de wachtlijst
Ruim 17.000 mensen staan op de wachtlijst voor een plek in een verpleeghuis. Hoewel de overheid de situatie van de meesten van hen niet beschouwd als urgent, hebben al deze wachtenden zo’n slechte gezondheid dat zij niet langer thuis verpleegd kunnen worden, ook niet met mantel- of thuiszorg.
Niet alle bedden zijn bezet
Momenteel zijn niet alle verpleeghuisbedden bezet. Dat komt door corona. Ouderen zijn voortijdig overleden of zijn te bang om nu naar een verpleeghuis te gaan. Stel dat er nog een nieuwe corona-golf aankomt…wat dan? Ook zijn veel ouderen niet van plan een verpleeghuisplek te accepteren buiten hun stad of regio, ver van familie en vrienden. Naar verwachting is over enkele maanden weer elk bed bezet is en neemt het tekort met sprongen toe.
Hoe zijn tekorten ontstaan?
Kabinet Rutte II zet het mes in de verzorgingsstaat. Er moet bezuinigd worden. Staatssecretaris Martin van Rijn van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) krijgt de opdracht te bezuinigen op de verzorgingshuizen. Hij doet het met een tomeloze inzet. In 2014 gaan ze dicht of veranderen ze geleidelijk in verpleeghuizen. Ouderen moeten langer thuis blijven wonen en pas als het echt niet gaat, krijgen ze toegang tot het verpleeghuis.
Meer kwaliteit, meer kwantiteit
Twee jaar later zegt Van Rijn in een interview: ‘De zorg is meer klaar voor de toekomst dan ooit’. Dat blijkt een misvatting. Van Rijn komt in een pijnlijke positie door zijn vader. In een interview met AD praat Van Rijn senior over de schrijnende situatie waarin zijn vrouw leeft in een verpleeghuis en zet zoon Martin daarmee voor het blok. Mede dankzij de inzet van Hugo Borst en Carin Gaemers wordt er 2 miljard euro geïnvesteerd in de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. Nu resteert nog de kwantiteit, want de vergrijzing komt er aan.
Waar staan we nu?
Hoeveel verpleeghuisplekken zijn er nu en hoeveel zijn er nodig in de komende jaren? De bevolkingsstatistieken zijn glashelder, maar gek genoeg weet niemand weet precies hoeveel plekken er nu zijn en wat er bijgebouwd gaat worden. Het is alsof de beleidsmakers het niet willen zien. ActiZ, de branchevereniging van de zorgorganisaties, is een jaar geleden gaan turven. Uit een matig beantwoorde enquête onder hun leden blijkt dat er tot 2023 circa 14.000 plekken bij komen. Te weinig, zeker als je kijkt naar de komende jaren.
Binnen nu en 20 jaar telt Nederland bijna 5 miljoen 65-plussers, waarvan de helft boven de 75 en 340.000 boven de 90. Vooral van de 75-plussers is maar een handjevol fit. De meesten hebben een chronische ziekte; artrose, diabetes of dementie. Ze hebben thuiszorg of intensieve verpleeghuiszorg nodig.
Om dit laatste mogelijk te maken zijn voortaan elk jaar 50 nieuwe verpleeghuizen met 30 tot 80 bedden nodig. Dit is niet realistisch, want er is geen geld, geen tijd, geen bouwgrond en onvoldoende zorgpersoneel. Maar wat is er dan wel mogelijk?
Er wordt gewerkt aan een plan
Op initiatief van GroenLinks werken de ministeries van VWS en Binnenlandse Zaken aan een woonzorgakkoord dat gesloten wordt met alle gemeenten en woningcorporaties. Daarin staan, als het goed is, bindende afspraken over het aantal te bouwen woonzorgplekken en over de uitvoering hiervan. De impasse rond het bijbouwen moet hiermee doorbroken worden. De Tweede Kamer moet hierover nog debatteren. De uitvoering zal voor het nieuwe kabinet zijn.
Zorgmedewerkers en mantelzorgers
Meer gebouwen betekent niet meteen meer zorg, want daarvoor is ook meer personeel nodig. Nu werken 350.000 mensen in de zorg. Om het huidige niveau van ouderenzorg op peil te houden is een verdubbeling van de zorgmedewerkers noodzakelijk, zo blijkt uit berekeningen van Het Planbureau van de Leefomgeving. De verwachting is dat dit niet gaat gebeuren want de vergrijzing slaat ook toe onder de huidige ouderenzorgmedewerkers en ook laat de instroom van nieuwe leerlingen ouderenzorg te wensen over.
‘Afschalen zorg’
De Taskforce Wonen en Zorg, die het bijbouwen van woonzorgplekken moet aanjagen, houdt zelfs rekening met het afschalen van de 24-uurs zorg. Dat betekent dat in sommige gevallen minder zorg verleend zal worden. Ook wordt gewezen op de inzet van techniek voor het monitoren van ouderen op afstand (denk aan valcensoren), het aanpassen van woningen (denk aan een traplift) en ‘beschut wonen’ voor ouderen op hofjes, zodat ze samen wonen, op elkaar letten en de eenzaamheid verdrijven.
De hoop is gevestigd op een volgend kabinet, want de komende vier jaar zullen cruciaal zijn om het debacle rond het schaarser wordende aanbod van de intensieve ouderenzorg het hoofd te bieden.
Voorzet voor het nieuw kabinet
De ministers Ollongren van Binnenlandse Zaken en De Jonge van VWS hebben 2 juni een brief gestuurd naar de Tweede Kamer over de ouderenzorg. Formeel heet de brief: “Kamerbrief over bestuurlijke afspraken wonen en zorg”. In het kort komt het erop neer dat het kabinet in samenwerking met onder meer Actiz en de Zorgverzekeraars Nederland afspraken maakt over de bouw van 160.000 ouderenwoningen en en 25.000 verpleegzorgplekken. Die behoren er voor 2031 te zijn.
Slag om de arm
Het kabinet legt eigenlijk de bal bij de gemeenten. Elke gemeente moet dit jaar een zorgvisie hebben. In deze visie behoort elke gemeente te omschrijven hoe ze in samenwerking met zorginstellingen en woningcooperaties bouwgrond en financien ter beschikking stelt. Dat is een moeilijke opgave. Vandaar dat het kabinet een slag om de arm houdt. De visies van de lokale overheden worden volgens jaar in zogenoemde uitvoeringsprogramma’s gegoten. En dan begint -hopelijk- het werk.
Eerdere uitzendingen over dit onderwerp: 7 juni 2019, 15 november 2019, 10 januari 2020 en 17 januari 2020 (tweede deel).