Elektrisch rijden is in 2022 flink duurder geworden
Niet alleen de aanschafprijs van een elektrische auto is het afgelopen jaar fors gestegen, maar het totale kostenplaatje ook. Zo zijn de gebruikskosten flink stegen door hogere energieprijzen en verzekeringspremies. De ANWB publiceert de cijfers in de Elektrisch Rijden Monitor.
Elektrisch rijden blijft 2 cent per km goedkoper
De Elektrisch Rijden Monitor is een consumentenonderzoek, dat is uitgevoerd in 10 Europese landen. Elektrisch rijden mag dan in 2022 flink duurder zijn geworden, maar met 61,4 cent per kilometer blijft het nog altijd iets goedkoper dan rijden op benzine (63,4 cent per km). Maar om de klimaatdoelen te behalen, is het van belang dat elektrisch rijden betaalbaar blijft voor een bredere groep.
Elektrische auto’s duurder geworden
Uit het onderzoek blijkt dat een kwart van de Nederlanders van plan is om binnen 5 jaar een elektrische auto te kopen. Dat percentage ligt hoger bij Nederlanders met een eigen parkeerplek en zonnepanelen op het dak, 43 procent. Thuis opladen is namelijk voordeliger dan in openbare laadfaciliteiten.
Dat oogt optimistisch, maar de gemiddelde aanschafprijs van nieuwe elektrische auto’s is gestegen naar ruim 45.000 euro, terwijl de consument niet meer wil uitgeven dan 29.000 euro. Daar gaapt een gat tussen van bijna 17.000 euro. Op dit moment zijn er slechts 10 verschillende modellen te kiezen in de prijsklasse tot 35.000 euro. Veel keus is er dus niet. Daarnaast was de aanschafsubsidie voor een elektrische auto in 2022 nog 3.500 euro, maar deze is sinds 1 januari 2023 omlaaggegaan naar 2.900 euro.
Koploper in Europa
Nederland en Denemarken zijn koplopers elektrisch rijden in Europa. Het wagenpark in deze 2 landen telt respectievelijk 3,7 procent en 4 procent elektrische auto’s. Nederland heeft ook nog eens het hoogste aantal openbare laadpunten vergeleken met andere Europese landen. Het aantal snellaadstations nam toe van 614 in 2021 naar 972 in 2022.
(Bron: ANWB, ANP. Foto: Shutterstock)