Registeren Inloggen

Fietsverlichting wordt steeds beter, maar ook feller: zo voorkomt u dat u uw tegenliggers verblindt

Als de dagen korter worden, groeit de noodzaak van goed licht op de fiets. Er zijn nogal wat soorten fietsverlichting op de markt, ingebouwde met accu of naafdynamo of los aanbrengbare lampjes. Het gaat om 2 dingen: zien en gezien worden. Maar let ook op dat u uw tegenliggers niet verblindt.

Verblind door de fietsverlichting van de tegenligger

Een fietser meldt ons dat hij bij zijn avondlijke ritjes steeds vreselijk verblind wordt door zijn tegenliggers. Het is alsof deze verkeersdeelnemer te lang in het zonlicht heeft zitten staren. Eventjes lijken zijn ogen alleen een groene of rode vlek waar te nemen voordat ze weer goed kunnen kijken. Zo de tegenliggers verblinden met uw fietsverlichting, is helemaal niet nodig, zeggen Veilig Verkeer Nederland, de Fietsersbond en de ANWB. Daar komen we hieronder nog op terug.

De algemene regels: wanneer moet fietsverlichting aan?

Dat fietsverlichting voornamelijk de verkeersveiligheid dient, spreekt voor zich. De regels zijn duidelijk: wit of geel licht aan de voorkant en rood licht aan de achterkant. Deze lichten moeten recht vooruit of achteruit schijnen, maar wel zonder andere weggebruikers te verblinden. Ook mogen ze niet knipperen, alhoewel dat vooral bij losse setjes heel vaak het geval is.

U moet de verlichting inschakelen zodra het donker is of bij slecht zicht. De vuistregel is wanneer de straatverlichting aangaat. Losse lampjes zijn toegestaan, maar ze moeten dan wel op het bovenlichaam of op de fiets zelf worden bevestigd. Dus niet op armen of benen of met een band om het hoofd. Spaakverlichting ziet er heel feestelijk en leuk uit, maar is verboden.

Behalve licht moeten uw pedalen aan beide zijden zijn voorzien van reflectoren. Dat is niet om bekeuringen te voorkomen, maar om uw veiligheid in het verkeer te waarborgen. Koplampen waarvan een randje licht aan de zijkant zichtbaar is, genieten de voorkeur. Verkeer dat van opzij komt kan u dan ook goed zien.

Soorten fietslampen

Tegenwoordig zit de fietsverlichting vaak al ingebouwd in de fiets. Stroom kan komen via een oplaadbare accu (met een USB-snoertje) of via een naafdynamo. De ouderwetse wieldynamo die gezellig brommend op de fietsband meedraaide is zo goed als uitgestorven, misschien op een oude ‘opoefiets’ na. Verder is er allerhande los op fiets of kleding aanbrengbare verlichting te koop. Dat die niet altijd even geweldig is, daar heeft Meldpunt-presentatrice Elles De Bruin al op gewezen.

Sterkte van het licht

LED is de norm bij verlichting. Met veel minder stroom bereikt u dezelfde resultaten als vroeger met zo’n piepklein gloeilampje in uw koplamp. De kracht van het licht wordt doorgaans aangegeven in Lumen. Een voorlamp van 100 Lumen is geschikt om in elk geval gezien te worden door andere weggebruikers. Is die 500 Lumen, dan kan de fietser zelf ook zijn omgeving beter zien.

Verblind door fietsverlichting

Alles draait bij verlichting om zien en gezien worden: de fietser moet opvallen in het verkeer en moet zelf de weg kunnen zien. Maar daarbij kan verblinding van de tegenliggers optreden. Met die krachtigere verlichting van vandaag de dag is dat zo gebeurd. En wie niets kan zien, maakt brokken.

Verblindende fietsverlichting ontstaat wanneer fietsers hun lichten onjuist afstellen of verkeerde verlichting gebruiken. Er zijn verschillende manieren om dit te voorkomen. Let vooral hierop:

  1. Juiste afstelling: fietsers stellen hun lichten vaak te hoog in, waardoor het licht in de ogen van tegenliggers schijnt. Kopers van e-bikes en fatbikes bestellen hun fietsen vaak online en moeten ze na bezorging (deels) zelf in elkaar zetten. Daarbij let niet iedereen op de juiste lichtafstelling. Meestal schijnt hij nog recht vooruit. Zorg daarom dat de lamp iets naar beneden is gericht. Zo verlicht u de weg in plaats van uw tegenliggers te verblinden.
  2. Gebruik van geschikte verlichting: sommige fietsverlichting is simpelweg véél te fel en alleen bedoeld om gezien te worden, maar niet om de weg te verlichten. Kies daarom voor lampen met een egale bundel die niet te fel is voor tegenliggers.
  3. Gebruik van lampen met een ‘cut-off’: een goede fietslamp moet een scherpe scheiding hebben tussen zwak licht bovenin en een sterkere bundel, die de weg verlicht voor goed zicht. Het Duitse StVZO-keurmerk is volgens de Fietsersbond een goede indicator van deze eigenschap.
  4. Ronde lichtbundels: kunnen gevaarlijk zijn: mountainbikelampen en de stoere ronde verlichting op fatbikes, die oogt als de koplamp op een zware motor, zijn vaak heel populair. Maar ze kunnen tegenliggers sterk verblinden. Dat komt omdat ze geen goede ‘cut-off’ hebben.

Zo kunt u uw fietsverlichting goed afstellen

U kunt tamelijk eenvoudig uw lichten afstellen. Test bijvoorbeeld hoe de licht bundel op een muur schijnt. Het felste licht moet de weg verlichten, maar niet direct in de ogen van anderen schijnen. Zo rijdt u veilig en voorkomt u dat u andere weggebruikers verblindt.

(Bron: Veilig Verkeer Nederland, Fietsersbond, ANWB, MAX Vandaag, archief. Foto: Shutterstock)

Elles de Bruin: waarom is het zo ingewikkeld om duurzame fietsverlichting te fabriceren?

Geef een reactie

Reacties (2)

    Ik heb last van fietsen op een aan de linkerkant van de weg gelegen fietspad.
    Aan die kant wordt je zelfs verblind door het dimlicht van auto’s. En dat wordt nog eens verergerd door autos die rijden over drempels in de weg.

    Zelf heb ik de indruk dat het de fietsers helemaal niet interesseert of ze tegenliggers verblinden of niet. Ik heb de indruk dat veel lampen niet eens verzet kunnen worden, ze zitten helemaal vast in het frame.
    Geregeld hou ik mijn rechterhand voor mijn ogen tot de “lichtduivel” voorbij is, zo fel zijn de lampjes. Wat denk je van scooters? Met een felle lamp zo groot als een cd? Ik moest zo eens langs de weg stilstaan omdat ik letterlijk geen hand voor ogen zag. De bestuurder schold en reed gewoon door. Later zag ik hem en de lamp was toch flink gedimd. Kijk, toch begrepen…….