Wanneer is er sprake van een rechtsgeldige overeenkomst?
Consumenten en bedrijven steggelen regelmatig over het al dan niet bestaan van een overeenkomst tussen hen. Wanneer is er eigenlijk sprake van een geldig contract? Lang niet altijd is dat even helder. In de praktijk gaat het om een duidelijk aanbod en een aanvaarding ervan. Ook moet er sprake zijn van wilsovereenstemming tussen de 2 contractanten, die ze onderling goed hebben gecommuniceerd. Uit een recente rechtszaak blijkt dat het aan dat laatste nog regelmatig schort.
Overeenkomst in het Burgerlijk Wetboek
Wat zegt de wet over de totstandkoming van een overeenkomst tussen 2 of meer partijen? Dat valt te lezen in artikel 217 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Daar staat dat een overeenkomst tot stand komt door aanbod en aanvaarding. Aan beide kanten moet de wil blijken. En daar moet een verklaring van volgen. Het gaat uiteindelijk om het bereiken van wilsovereenstemming. Zo laten ze zien wat ze van elkaar verwachten. Anders is er geen sprake van een overeenkomst.
Overeenkomst ja of nee?
De kantonrechter in Amsterdam heeft dit onlangs nog eens bepaald. In deze zaak staat online marketingbedrijf Youvia (eiser) tegenover een Amsterdamse ondernemer (gedaagde). Youvia claimt dat er een overeenkomst is gesloten en dat de klant niet heeft betaald. Maar de rechter oordeelt anders: “Er is onvoldoende onderbouwd dat is voldaan aan de wettelijke criteria die gelden voor het sluiten van een overeenkomst.” De vraag is dus of er wel inhoudelijke overeenstemming is over aanbod en aanvaarding.
De casus
Youvia zegt voor de rechter dat er telefonisch een overeenkomst tot stand is gekomen tussen de 2 partijen. Op basis daarvan heeft het bedrijf voor rekening van gedaagde (de klant) een website opgezet. Ook heeft het bedrijf gezorgd voor de online vindbaarheid van die site. Maar gedaagde beweert dat er géén contract is. Als bewijs heeft Youvia een USB-stick meegebracht met daarop een opname van het telefoongesprek, dat plaatsvond op 13 april 2018.
Is er wel inhoudelijke overeenstemming bereikt?
De rechter herhaalt nog maar eens wat er nodig is voor een rechtsgeldige overeenkomst:
“De aanvaarding moet daarnaast, wil er een overeenkomst tot stand komen, inhoudelijk met het aanbod overeenstemmen.”
Youvia laat tijdens de zitting slechts een deel van een langer telefoongesprek horen (op die USB). Maar de rechter vindt dat daarmee onvoldoende duidelijk is wat er vooraf aan die opnames is afgesproken tussen de 2 partijen. Bovendien is alleen de vertegenwoordiger van het online marketingbedrijf aan het woord. Van de klant is enkel zijn reactie ”ja” te horen. Maar waarop zegt deze dat? Dat vraagt de rechter zich af. Is er wel instemming bereikt tussen de 2? De rechter oordeelt van niet. Er is dus geen sprake geweest van een overeenkomst. Daarom hoeft de klant de facturen niet te betalen.
Hoe belangrijk is een handtekening?
U zult zich wellicht afvragen of een handtekening onder het contract niet voor de gewenste duidelijkheid zou hebben gezorgd. In het algemeen is dat zeker zo. Het verhoogt alleen maar de bewijskracht. Meer niet. Hier ging het echter om telefonische contractafsluiting. U kunt overigens wel degelijk ook mondeling een contract afsluiten. Maar zoals de rechtszaak hierboven bewijst: dan moet er wel zijn voldaan aan alle wettelijke criteria die gelden voor het sluiten van een overeenkomst.
(Bron: Rechtspraak; foto: Shutterstock)