Een burgerinitiatief verwezenlijken is knokken
Burgerinitiatieven zijn bezig aan een lange opmars. Het gebeurt steeds vaker dat burgers zelf zorgen voor voorzieningen in hun gemeente. Denk aan het oprichten van een buurthuis, het draaiende houden van een restaurant of het bouwen van zorgwoningen. Deze initiatieven kunnen niet rondkomen zonder hulp van de gemeente of van zorgverzekeraars. En daar schuurt het.
Hoeveel initiatieven zijn er?
Nederland telt naar schatting 1.500 tot 2.000 burgerinitiatieven die gericht zijn op welzijn, zorg en wonen. Hoeveel precies is onbekend omdat het aantal eenvoudigweg niet altijd correct wordt bijgehouden. Daarnaast zijn er nog duizenden burgerinitiatieven zoals het organiseren van een straatfeest of een braderie. Voor deze initiatieven is er altijd wel een potje bij de gemeente. Ze zijn het ‘cement van de samenleving’, zorgen ervoor dat mensen bij elkaar komen en elkaar beter leren kennen. Dat kan de saamhorigheid in de buurt verbeteren. Daar zit het pijnpunt dus ook niet, het gaat schuren als burgers echt grootse plannen hebben.
Koudwatervrees
Om burger-ideeën over welzijn en zorg te realiseren, voldoet een ‘potje’ niet. Dat vergt een grootse aanpak. Google een paar minuten op het onderwerp burgerinitiatieven en u leest dat bijna alle gemeenten deze omarmen. Maar in de praktijk valt het tegen en is het een kwestie van de lange adem. Gesprekken met ambtenaren, zorgverzekeraars en woningcorporaties duren eindeloos. Niet zelden lopen plannen vast in een bureaucratisch moeras om tot slot kopje onder te gaan. Volgens Jan Smelik, coördinator van Nederland Zorgt Voor Elkaar, een landelijk netwerk van bewonersinitiatieven in welzijn, zorg en wonen, hebben ambtenaren koudwatervrees voor burgerinitiatieven. Er wordt door het ambtelijk apparaat vaak gedacht “dat zij als professionals het beter kunnen dan de amateurs.”
Wat knelt?
De mening van Jan Smelik wordt ondersteund door een onderzoek van de kennisinstituten Movisie en Vilans. Het onderzoeksrapport heeft de passende titel Wat knelt? Conclusie van het rapport is dat er inderdaad sprake is van tegenwerking, onbegrip en “de wet- en regelgeving vaak leidt tot risicomijdend gedrag bij samenwerkingspartners, waaronder de angst om zaken over te laten aan burgerinitiatieven.” Het onderzoek is weliswaar enkele jaren oud, maar nog steeds actueel.
Marcel Canoy is hoogleraar gezondheidseconomie aan de VU in Amsterdam en buigt zich onder meer over burgerinitiatieven voor betere zorg. Niet alleen gemeenten, maar ook zorginstanties zijn daarbij betrokken. De conclusies van Canoy over deze ‘samenwerkingspartners’ zijn kritisch. Zo stelt hij dat “het zorgsysteem zich met hand en tand verzet, verzekeraars niet verder kijken dan hun premieneus lang is, gemeenten louter naar bestemmingsplannen kijken, banken niet mee doen en iedereen naar elkaar wijst.”
Het kan wel
Een voorbeeld dat het wel lukt, en dat het dus wel kan, is Austerlitz. De kleine plaats nabij Zeist had te maken met het probleem waar veel kleine kernen mee kampen. Het dorp loopt langzaam leeg: het openbaar vervoer wordt minder, winkels verdwijnen en zorgbehoeftige ouderen moeten naar elders verhuizen. “Actie is vereist,” zeiden de inwoners van Austerlitz. En het is ze na honderden uren vergaderen gelukt. Rond het Dorpsplein hebben ze zorgwoningen geregeld voor ouderen, een dorpshuis en een restaurant wat failliet was leven ingeblazen. Dankzij het burgerinitiatief leeft de gemeenschap.
Heeft u plannen voor een burgerinitiatief?
Peil in eerste instantie of er behoefte aan is. Draagt het bij tot een betere buurt of gemeenschap? En zo ja, stel een helder plan op. Raadpleeg voor het opstellen van een plan de websites van NLZVE, LSA bewoners en Kracht in NL. Een plan en zeker de uitvoering kost geld. Er zijn in Nederland tal van organisaties, die geld ter beschikking stellen voor maatschappelijke projecten. Deze kunt u vinden via de site FondsenZoeken.nl. De site koppelt u aan fondsen die aansluiten op uw plan. Gaat u het doen? Houd er dan wel rekening mee dat het een kwestie van de lange adem en knokken is.
Bekijk hier de hele uitzending van Meldpunt.
(Foto: Shutterstock)