Ondertekening Integraal Zorg Akkoord is geen gelopen koers
Belangrijke spelers in de zorg tekenen het Integraal Zorg Akkoord (IZA) voorlopig nog niet. ActiZ, de branchevereniging van de ouderenzorg en de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) vragen om concretere plannen. Het IZA op zich is een goede stap. V&VN, de organisatie voor verpleegkundigen en verzorgenden is voorzichtig voor. Maar “eerst zien, dan geloven,” bepaalt de algemene sfeer.
In praktijk pakt het anders uit
“De afspraken in het akkoord gaan de goede richting op, maar in praktijk pakt het altijd anders uit,” verwoordt Olfert Koning, senior voorlichter bij ActiZ, de stemming. “Dat heeft het verleden ons helaas wel geleerd. “Bij de zorgverzekeringen vangen we bot als we de afspraken willen uitwerken”
Koning zegt dat er heel veel investeringen nodig zijn, bijvoorbeeld in opleidingen en digitalisering. “En dan niet pas in 2024, maar meteen al in 2023,” voegt hij eraan toe. “Het gaat ons om vertrouwen in het naleven van de afspraken. Daar zijn veel meer garanties voor nodig. In de uiteindelijke contracten met de zorgverzekeraars komt het er anders uit dan afgesproken. Eerst zien, dan geloven.” ActiZ wil kunnen investeren in arbeidsvoorwaarden, opleiding en scholing en het verlichten van de werkdruk.
Uitvoerbaarheid
Dezelfde wens om meer concretisering valt te horen bij Luuk Elzinga, perswoordvoerder bij LHV. “Er staan best goede punten in het akkoord. Maar er heerst grote twijfel bij onze achterban om de uitvoerbaarheid ervan. Al die zaken stonden ook al in het bijna verlopen Hoofdlijnenakkoord. Maar die zijn nooit gerealiseerd. We willen binnen 3 maanden zien dat dat nu wel kan.”
Meer tijd voor de patiënt
Als voorbeeld noemt Elzinga dat in de contracten met de zorgverzekeraars de vurige wens “Meer tijd voor de patiënt” geregeld is. “De verlangde 15 minuten consult per patiënt moet concreet in het akkoord.” Een ander voorbeeld waar de afspraken nu niet werken, is bij de zorg op de huisartsenposten in de avond, nacht en weekenden. “Er staat dat er ‘een hoger tarief moet komen.’ Maar de huisartsen vragen om een gedifferentieerd tarief. Ook willen ze een betere landelijke spreiding (van de huisartsenposten). Ze willen geen toezeggingen, maar concrete cijfers zien.”
Al met al zeggen de huisartsen zeggen dus “nee, tenzij…” tegen het zorgakkoord. Als binnen 3 maanden op belangrijke punten de zaken helder geregeld zijn, dan zijn ze alsnog bereid om het zorgakkoord te ondertekenen. Alles draait om de uitvoerbaarheid van het IZA.
Investeringen in stages en opleidingen
Bianca Buurman, voorzitter van ondertekenaar V&VN kan zich daarin vinden: “Verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten die in de directe patiëntenzorg werken, moeten merken dat er in hen geïnvesteerd wordt: in stages en in opleidingen. En dat zij een grotere invloed krijgen op het beleid van hun afdeling of organisatie.”
Prinsjesdag
De definitieve tekst van het akkoord moet op Prinsjesdag af zijn. Maar of dat haalbaar is onder de huidige kritiek is onzeker. De bedoeling is dat de zorgafspraken uit het IZA gelden voor de komende 4 jaar. Concrete afspraken en resultaten zijn daarom hard nodig.
Nieuw overleg
Inmiddels heeft het ministerie van VWS de betrokken partijen gevraagd om opnieuw met elkaar te gaan praten. Het voornemen om op woensdag 14 september 2022 te tekenen, lukt namelijk niet. V&VN’s Bianca Buurman reageert: “Met de ‘nee’ van de huisartsen en aanbieders van de wijkverpleging is er geen integraal akkoord. Dat is niet goed voor de professionals en patiënten.”