Registeren Inloggen

Huishoudelijke hulp uit Wmo nodig? Eigen bijdrage wordt inkomensafhankelijk

De pot geld uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is te snel op. De kwetsbaarste mensen die huishoudelijke hulp het meest nodig hebben grijpen zo mis. Daarom wordt de eigen bijdrage vanaf 2027 (weer) afhankelijk van de hoogte van uw inkomen.

Waar is de Wmo voor bedoeld?

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is bedoeld om mensen die hulp nodig hebben, zoals ouderen en chronisch zieken, te ondersteunen met voorzieningen zoals huishoudelijke hulp en vervoer. Sinds 2019 betalen alle gebruikers een vaste eigen bijdrage. Op dit moment bedraagt die 21 euro per maand. Dat geldt voor élke aanvrager, ongeacht zijn inkomen, zonder onderscheid.

Ook hogere-inkomensgroepen maken massaal gebruik van deze regeling. Kort door de bocht: “Het geld voor de werkster kan voortaan ook uit het Wmo-potje komen.” En niemand wil een dief van zijn eigen portemonnee zijn. Logisch dat de kosten voor de overheid zo sterk stijgen. Maar daar gaat nu dus verandering in komen.

Overheidsuitgaven aan huishoudelijke hulp uit de Wmo

Nog even de cijfers waarop de nieuwe inkomensafhankelijke eigen bijdrage wordt gebaseerd. Tussen 2017 en 2021 groeit de overheidsuitgave aan huishoudelijke hulp van 938 miljoen naar 1,4 miljard euro. Het aantal hulpbehoevenden met een hoger inkomen dat Wmo-hulp inschakelt, verdubbelt tussen 2019 en 2023 tot 90.000 cliënten (in 2019 is zo’n inkomensafhankelijke bijdrage juist geschrapt en dat is direct terug te zien in de cijfers. Op dat moment gaat iedereen, van rijk tot arm, 19 euro betalen).

De wachtlijsten voor huishoudelijke hulp nemen hierdoor toe, waardoor onderaan de streep er minder is voor de kwetsbaarste mensen die er het hardst om lopen te springen.

Oplopende schaal voor verschillende inkomensgroepen

Om de Wmo betaalbaar te houden, heeft het kabinet besloten de eigen bijdrage voortaan toch weer inkomensafhankelijk te maken, net als vóór 2019. Per 1 januari 2027 moeten de hogere inkomens fors meer gaan betalen. Er is een oplopende schaal voor verschillende inkomensgroepen.

De minimale bijdrage wordt 23,60 euro per maand voor alleenstaanden met een inkomen tot 24.500 euro per jaar en voor meerpersoonshuishoudens tot 34.000 euro per jaar. De maximale bijdrage loopt op tot 328 euro per maand voor alleenstaanden met een inkomen boven 61.000 euro en voor meerpersoonshuishoudens boven 70.500 euro.

Hulp uit Wmo bij hen die het écht nodig hebben

De maatregel moet ervoor zorgen dat mensen die zelf huishoudelijke hulp kunnen betalen, zo minder snel een beroep doen op de Wmo. Hierdoor moet deze ondersteuning toegankelijk blijven voor degenen die het écht nodig hebben. Staatssecretaris Vicky Maeijer (Langdurige en Maatschappelijke Zorg van de PVV) heeft het wetsvoorstel hiervoor ingediend.

VNG wil dat gemeenten zich op tijd voorbereiden op Wmo 2.0

Aanvankelijk zou de maatregel van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage al in 2026 ingaan. Dat wordt nu dus 1 jaartje later. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is daar niet blij mee, want het probleem blijft zo ook een jaar langer bestaan met alle financiële gevolgen van dien. De VNG adviseert gemeenten zich tijdig voor te bereiden op de nieuwe wetgeving.

Zelfredzaamheid norm bij vaststelling van hulpnoodzaak bij keukentafelgesprekken

Los van de kwestie rond de eigen bijdrage, proberen gemeenten ook nu al grip te krijgen op de groeiende vraag naar huishoudelijke hulp. Dat begint al bij de aanvragen.

In Enschede wordt bijvoorbeeld overwogen om het programma Powerful Ageing in te zetten. Dit programma traint ouderen gedurende 14 weken om hen fysiek sterker en zelfredzamer te maken. Daardoor zouden ze dan minder hulp nodig hebben, wat het benodigde bedrag lager houdt. Deelname aan dit trainingsprogramma is in sommige gemeenten zelfs een basisvoorwaarde om überhaupt Wmo-hulp te krijgen.

Kritiek op deze gang van zaken is niet van de lucht. Ouderen voelen zich zo onder druk gezet en sommigen weigeren mee te doen. Maar zo dreigen zij hulp mis te lopen. In Hengelo, Sliedrecht en Zwijndrecht is het programma om die reden al stopgezet.

Ontevreden cliënten over willekeur bij vaststelling aantal uren huishoudelijke hulp

Voormalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Jet Bussemaker zegt in het Financieel Dagblad dat zulke keukentafelgesprekken in de Wmo vaak leiden tot ontevredenheid bij cliënten. Dat komt omdat zij daarbij willekeur ervaren. Burgers vragen zich af waarom anderen meer of andere vormen van ondersteuning krijgen dan zijzelf. Dan vragen zij zich af waarom een ander meer uren huishoudelijke hulp krijgt of een scootmobiel en zij niet. Maatwerk is belangrijk, maar het begint bij helder beleid, stelt de tegenwoordige voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.

(Bron: Rijksoverheid, FD, AD, Tubantia, Volkskrant, NRC, VNG, MS Vereniging, archief. Foto: ANP)

Gemeenten hebben steeds meer problemen met uitvoering van de Wmo

 

Geef een reactie