Huisarts: “Eigenwijze Friezen zijn de leukste patiënten”
Het aantal ouderen in de landelijke gebieden neemt toe. Maar terwijl steeds meer mensen zorg nodig hebben, komen er geen nieuwe huisartsen bij. Twee Friese huisartsen vertellen waarom dit een probleem is, en waarom ze niet uit hun dorpen weg te slaan zijn.
Huisarts op het platteland
Huisarts Floris Poorte (70) werkt in het Friese dorp Zwaagwesteinde en is al 10 jaar op zoek naar een opvolger. Maar die is lastig te vinden. Steeds meer jongeren trekken weg uit de landelijke gebieden, terwijl het aantal ouderen daar flink stijgt. Huisarts Dave den Bremer (44), besloot juist ruim tien jaar geleden om vanuit Amsterdam met zijn gezin naar het Friese dorpje Damwoude te verhuizen. Een keuze die niet voor de hand ligt, maar hij heeft absoluut geen spijt van zijn besluit.
Geen opvolger
Sinds januari 2020 is Floris Poorte gedeeltelijk met pensioen. Maar omdat er nog geen opvolger is, gaat hij door. Hij doet zijn werk met veel plezier, dus hij ervaart dit niet als een straf. Toen 10 jaar geleden een collega bij zijn pensionering geen opvolger vond, nam Poorte samen met huisarts Erik Broekman zijn praktijk over. Een oplossing uit nood geboren, maar nu zit hij met hetzelfde probleem.
Kunst- en vliegwerk
De praktijk krijgt het iedere keer nog net rond, maar het duurt lang voordat vacatures gevuld worden. “We hadden een periode geen dokters meer in een van de praktijken. Toen moest er even een tandje bij voor het andere personeel. Het lastige van de zorg is dat je niet zomaar het werk kan neerleggen. Je hebt te maken met levende mensen die je vaak ook nog eens persoonlijk kent, die laat je niet stikken”.
Problemen nieuwe huisartsen
Veel jonge huisartsen hebben partners die hoogopgeleid zijn. Voor hen is minder werk in de Friese regio. Ook speelt mee dat de huisartsenopleidingen meestal in de randstad zijn waar jongeren na hun studie blijven hangen. Ook willen steeds meer huisartsen in loondienst en nemen ze liever geen praktijk over.
Voordelen eigen praktijk
Dave van den Bremer (44), ziet juist grote voordelen van een eigen praktijk. Tien jaar geleden verhuist hij met zijn gezin van Amsterdam naar Damwoude. “Als huisarts in loondienst heb je wel de lusten, maar niet de lasten. Dat is een groot voordeel, maar je mist de betrokkenheid. Ik zit met mijn praktijk al 12 jaar in hetzelfde dorp. Daardoor komt het ‘huisarts zijn’ veel meer tot zijn recht. Je kent de gezinnen beter, de banden worden sterker en ik ken de sociale kaart van de regio”.
Friese cultuur
Van den Bremer vertelt dat de Friese cultuur wel anders is dan die in de Randstad. Er lopen kleurrijke mensen rond in het dorp die in een aflevering van ‘Man Bijt Hond’ niet zouden misstaan. “De mensen zijn hier soms heel eigenwijs. Maar de echte stijfkoppen zijn de leukste patiënten. Ze hebben overal een mening over en zijn het zeker niet met je eens. Dat soort stugge Friezen toch aan je kant krijgen, is het mooiste van mijn werk.”
Fijne regio
In de zomer van 2019 organiseerde van den Bremer een bustoer voor jonge huisartsen uit de Randstad. Helaas is de bus nooit naar Friesland gereden omdat er te weinig aanmeldingen waren. In de toekomst wil Van den Bremer nogmaals campagne voeren. Want: “onbekend maakt onbemind. Ik wil mensen laten zien hoe het is om als Randstadbewoner naar deze regio te trekken”. Van den Bremer waardeert zelf de mensen en de manier van wonen. Er is veel natuur en ruimte en de gemeenschapszin is sterk aanwezig. “Dat merk je in de manier waarop kinderen met hun ouders omgaan, hoe opa’s en oma’s met hun kinderen omgaan, het saamhorigheidsgevoel, het kerkleven… En als huisarts heb je er een rol in waardoor je makkelijk wordt opgenomen. Ik voel me thuis in het dorp waar ik werk”.