ActiZ constateert veel minder besparing in ouderenzorg thuis dan kabinet, problemen blijven
Branchevereniging ActiZ trekt de door het kabinet beoogde bezuinigingen in de ouderenzorg in twijfel. Beleid in het Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) is dat ouderen langer thuis blijven wonen en er geen verpleeghuisplekken meer bij komen. In cijfers uitgedrukt: waar het kabinet uitgaat van een besparing van 720 miljoen euro in 2040, daar komt ActiZ uit op 470 miljoen. Dat staat in een rapport van onderzoeksbureau SiRM in opdracht van ActiZ.
Grote risico’s in focus op zorg thuis
Het kabinet focust vooral op zorg thuis. Maar daarin schuilen grote risico’s volgens ActiZ. Er zitten namelijk belangrijke voorwaarden aan behoorlijke zorg, zoals passende behuizing en voldoende mantelzorg. Daar moet eerst aan worden voldaan om de bezuinigingen effect te laten sorteren. Anders brengt het alleen maar nieuwe problemen met zich mee voor de ouderen en de hele zorgketen.
In 2040: 63.000 extra ouderen met verpleegzorg thuis
ActiZ vergelijkt het oude met het nieuwe beleid in de ouderenzorg. In het eerste geval spreken ze van ‘gedempte groei van verpleeghuiscapaciteit’, oftewel de situatie dat er wel nog verpleeghuisplekken bij komen. Op dit moment zijn dat 130.000 plekken. Doorgaan op de oude voet zou betekenen dat in 2040 76.000 ouderen thuis verpleegzorg krijgen.
In het nieuwe WOZO-kabinetsbeleid spreekt ActiZ in navolging van SiRM liever van het ‘bevriezen van verpleeghuiscapaciteit’ (géén extra plekken). Dan krijgen 139.000 ouderen zorg thuis. In totaal zijn dat dus 63.000 extra ouderen die verpleegzorg thuis ontvangen in 2040. Dit zijn naar verwachting allemaal ouderen die intensieve dementiezorg nodig hebben (cliënten met zzp 5/zorgzwaarte). Dat komt neer op dat in dat jaar naar schatting ongeveer 75 procent van de ouderen, die intensieve dementiezorg ontvangen, thuis woont en verpleegzorg thuis ontvangt.
Bezuinigingen lager dan in kabinetsbeleid
ActiZ heeft de bezuinigingen in de ouderenzorg laten doorrekenen. In praktijk leveren deze bezuinigingen veel minder op dan het kabinet raamt: 470 miljoen euro in 2040 in plaats van 720 miljoen euro. Mireille de Wee, voorzitter ActiZ-kerngroep Wonen en Zorg, verklaart dit enorme verschil: “Verpleegzorg thuis is goedkoper dan in het verpleeghuis, maar cliënten betalen dan ook een lagere eigen bijdrage. Daarnaast wordt een deel van de besparing tenietgedaan omdat bepaalde kosten die binnen de Wet langdurige zorg (Wlz) worden bespaard, alsnog ergens anders worden gemaakt. Bijvoorbeeld omdat ouderen die zelfstandig wonen vaker en meer huurtoeslag aanvragen.”
Dat duidt op een “broekzak-vestzak” besparing zoals dat in vroegere tijden werd genoemd. ActiZ bestrijdt overigens niet dat langer thuis wonen onvermijdelijk is. Maar wel vecht het de wijze aan waarop dit moet gaan gebeuren. Het onderzoek is in feite dan ook in 3 zinnen samen te vatten: Het bevriezen van verpleeghuisplaatsen mist onderbouwing en brengt grote risico’s met zich mee. Wat ActiZ betreft is het niet óf thuis óf in het verpleeghuis, maar juist én-én: als het thuis echt niet meer kan, moet er een plek in het verpleeghuis zijn. ActiZ pleit ervoor dat er naast het stimuleren van langer thuis wonen ook ruimte is voor uitbreiding van het aantal verpleeghuisplaatsen.
(Bron: ActiZ, SiRM, ANP, AD. Foto: MAX)