De nieuwe vermogensbelasting: minder belasting voor kleine spaarders
Staatssecretaris Menno Snel heeft een nieuw plan voor het belasten van vermogen. Dit voorstel pakt goed uit voor kleine spaarders. Maar grote spaarders en mensen die via een lening beleggen in een tweede huis betalen als de wet wordt doorgevoerd in 2022 meer belasting. We leggen de plannen van Snel aan u uit.
Geen belasting voor kleine spaarders
Kleine spaarders hoeven vanaf 2022 geen belasting meer te betalen over de rente die ze ontvangen over hun spaargeld, de vermogensbelasting. Ze hoeven deze belasting dan pas te betalen als die rente is vastgesteld op hoger dan 400 euro per persoon. Als het vastgestelde rentepercentage de komende jaren exact hetzelfde blijft, zou u pas vanaf 440.000 euro aan spaargeld belasting betalen over de rente. Deze 440.000 euro is geen vast bedrag, maar is een voorlopige berekening op basis van de nieuwe regeling. Door deze nieuwe regeling hoeft ongeveer 1,35 miljoen van de Nederlanders geen belasting meer te betalen over hun spaargeld. En ongeveer een half miljoen betaalt minder dan dat ze nu doen.
De oude regeling
Op dit moment moet u vermogensbelasting betalen als u meer dan 30.360 euro aan spaargeld bezit. De overheid gaat er namelijk vanuit dat u een bepaald percentage rente krijgt op uw spaargeld. Rente is inkomen, en over inkomen betaalt u belasting. Of u inderdaad zoveel rente krijgt of niet, u betaalt over deze vastgestelde rente belasting.
Wat betekent vastgestelde rente?
Om dit verhaal te kunnen begrijpen is het volgende belangrijk om te weten. De overheid stelt elk jaar een gemiddeld rentepercentage vast. Sommige mensen krijgen meer rente, en sommige mensen krijgen minder rente dan dit door de overheid berekende percentage. Toch rekent de Belastingdienst met het gemiddeld rentepercentage, en niet met de rente die u daadwerkelijk krijgt.
Voorbeeld
Stel: u heeft 5000 euro op uw rekening staan en krijgt van uw bank 0.01 procent rente. Dat betekent dat u 50 cent rente krijgt. Maar de overheid zegt dat het gemiddelde rentepercentage 0.09 is. Dit zou u 4,5 euro rente opleveren. Ook al krijgt u in werkelijkheid maar 50 cent, u betaalt belasting over 4,50 rente. Als de overheid ziet dat u zoveel spaargeld op uw bank heeft staan dat u met het vastgestelde rentepercentage 400 euro rente zou krijgen, vanaf dát moment gaat u belasting betalen over dit fictieve rentebedrag.
Hogere belasting voor mensen met veel spaargeld
Met de door de overheid vastgestelde rente van dit moment zouden mensen die meer dan 440.000 euro op hun spaarrekening hebben staan aan 400 euro rente komen, en belasting moeten betalen. Deze mensen betalen meer belasting dan in de oude regeling. Nu betalen ze 30 procent belasting over hun rendement. Vanaf 2022 wordt dat 33 procent.
Investeren met lening
Want niet alleen spaargeld, maar ook aandelen en een tweede huis vallen onder uw eigen vermogen. De manier waarop u belasting betaalt over het rendement dat u maakt op een tweede huis verandert. Vooral als u uw tweede huis (gedeeltelijk) bekostigt via een lening. U bekostigt dan bijvoorbeeld een deel van het huis met eigen geld, en een deel via een hypotheek. De belasting hierover gaat omhoog, en dat werkt als volgt.
Zo rekent de overheid uw rendement uit
Zoals eerder gezegd stelt de overheid een gemiddeld rentepercentage vast. Op dit moment rekent de overheid alleen met een ontvangen rendement over het bedrag dat u zelf heeft ingelegd, niet over het bedrag dat u heeft geleend en waarmee u heeft geïnvesteerd. In het nieuwe systeem rekent de overheid met een percentage rendement over het hele investeringsbedrag, dus over uw eigen investering en de lening die u afgesloten heeft. De overheid gaat er namelijk vanuit dat u over geleend geld ook rendement maakt, bijvoorbeeld door inkomsten uit huur.
U mag de rente die u betaalt over uw lening wel aftrekken van het totale rendement dat u maakt. De overheid gaat er vanuit dat u 5,33 procent rendement maakt op uw gehele investeringsbedrag, ingelegd geld plus lening. De overheid gaat er ook vanuit dat u gemiddeld 3,03 procent rente betaalt over uw lening aan uw geldverstrekker. Deze betaalde rente kunt u aftrekken van uw ontvangen rendement.
Rendementsbelasting verhoogd
Over dit totale rendement betaalt u in het systeem van nu 30 procent belasting. In het nieuwe plan betaalt u daarover 33 procent belasting.
Voorbeeld
Stel u koopt een tweede huis voor 500.000 euro en u sluit een lening af voor 250.000 euro. De overige 250.000 euro legt u zelf in.
Nu | Straks | |
Van uw 500.000 euro vermogen mag u uw schuld aftrekken. U houdt nog 250.000 euro vermogen over. Hierover rekent de overheid een rendement van 5,33%. Dat is 13.325 euro rendement. | U krijgt volgens de overheid 5,33% rendement over uw totale vermogen van 500.000 euro, dat is: 26.650 euro rendement.
|
|
Over uw lening van 250.000 euro betaalt u volgens de overheid 3,03% rente, dat is: 7.575 euro. | ||
De betaalde rente hierboven wordt afgehaald van uw ontvangen rendement: 26.650-7.575= 19.075
|
||
Over deze 13.325 betaalt u 30% rente, dat is: 3.997,50 euro.
|
Over deze 19.075 aan berekende inkomsten betaalt u 33% rente, dat is: 6294,75 euro.
|
|
Met de regeling van nu betaalt u 3.997,50 euro belasting over uw tweede huis. | Met de nieuwe regeling betaalt u 6294,75 euro belasting over uw tweede huis. |
In het voorbeeld hierboven is te zien dat u met de nieuwe regeling dus veel meer belasting betaalt als u met geleend geld een tweede huis koopt. Hiermee wordt het moeilijker om winst te maken op geleend geld.
Wetsvoorstel
Staatssecretaris Menno Snel wil dit voorstel voor de zomer van 2020 voorleggen aan de Tweede Kamer. In 2022 moet het voorstel als wet zijn ingevoerd. Volgens Staatssecretaris Snel gaat het lang duren om zo’n grote verandering door te voeren.
Rendement
Als u geld spaart, bewaart u dit geld op een spaarrekening. U vertrouwt uw bank met uw geld. U investeert dus in uw bank. Daar krijgt u geld voor terug. Dit noemen we rente of rendement. Deze rente is enorm laag op dit moment. De rente ligt ver onder de 1 procent, zo’n 0,01 tot 0,03 procent. Over deze rente betaalt u wel belasting. Omdat de overheid de gemiddelde rente dit jaar vaststelde op 0,09 procent is de belasting die u moet betalen te hoog. Hierdoor betaalt u meer belasting dan u rente krijgt. Door deze nieuwe regeling houdt u straks wel geld over.
Bron: NRC, NOS, Rijksoverheid, Belastingdienst