Wetsvoorstel omgangsrecht voor grootouders met hun kleinkinderen maakt nu meer kans: belang van het kind staat op 1
Na een mislukte poging van het CDA in 2015, staat het omgangsrecht voor grootouders met hun kleinkinderen nu weer op de politieke agenda. Ditmaal komt demissionair minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind met een wetsvoorstel, dat veel meer kans maakt in de Kamer.
Omgangsrecht voor grootouder-kleinkind nu en in de toekomst
Momenteel moeten grootouders in Nederland bij de rechter eerst bewijzen dat ze een nauwe persoonlijke band met hun kleinkind hebben. Pas dan zijn ze überhaupt ontvankelijk voor een omgangsregeling bij de rechter. Maar dit blijkt in de praktijk toch vaak een te hoge drempel te zijn. Het voorstel van minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming wil deze drempel nu verlagen.
Daarin is het aantonen van deze nauwe band geschrapt. De rechter kan zich voortaan dan direct richten op de centrale vraag, namelijk of een omgangsregeling wel in het belang van het kind is. Dát is namelijk de bepalende factor in het hele rechtsverhaal van grootouders, die vrezen na een echtscheiding van hun kind hun kleinkinderen niet meer te zien te krijgen. Bij ‘vechtscheidingen’ speelt dit inderdaad tamelijk vaak. In september 2023 besteedt Meldpunt aandacht aan een schrijnend geval uit de rechtspraktijk, waarbij grootouders achter het net vissen.
Niet langer meer nodig om intensief contact te bewijzen
Het voorstel van Weerwind is gebaseerd op het idee dat kinderen en grootouders schade ondervinden, wanneer er zonder hun wil geen contact meer is. De rechter kan een regeling alleen dan afwijzen als deze niet in het belang van het kind is, bijvoorbeeld als omgang schadelijk is voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind.
In de praktijk leidt de oude werkwijze vaak tot verdrietige situaties omdat grootouders het intensieve contact moeten bewijzen. Soms is het onmogelijk om dit te doen. Hierdoor wordt de omgangsregeling regelmatig afgewezen. De inzichten hierover zijn echter veranderd. In België en Duitsland is het recht op omgang voor grootouders al langer wettelijk verankerd zonder deze strenge bewijslast.
Tegenstanders van het omgangsrecht van grootouders met hun kleinkinderen
Columnist Ido Weijers van het Nederlands Juristenblad is tegen de voorgestelde drempelverlaging van het omgangsrecht. Hij pleit daarom juist voor een drempelverhoging. In zijn visie staat het wetsvoorstel “haaks op alle inspanningen die de laatste jaren zijn verricht om escalatie van conflicten, juridisering en getrek aan kinderen waar mogelijk te vermijden.” Hij ziet nu de mogelijkheid dat behalve opa en oma nog meer partijen aan het kind kunnen trekken. En juist dat acht hij niet in het belang van het kind.
Eerdere poging mislukt, nu bredere steun in de Kamer
In 2015 dient het CDA al een vergelijkbaar initiatiefwetsvoorstel in. Dat wordt echter nog afgewezen. Nu lijkt er veel meer steun te zijn in de Kamer. CDA, GroenLinks-PvdA, BBB en NSC steunen het voorstel. VVD, SP en SGP zijn nog altijd even kritisch als 9 jaar geleden, omdat ze vrezen voor extra ‘juridisering’ en de druk die dit op kinderen kan leggen. Of het wetsvoorstel nu wel zal worden aangenomen, wordt spoedig duidelijk. De kans op goedkeuring lijkt nu stukken groter dan in 2015. Als grootste partij in de Kamer PVV het steunt, wat niet onmogelijk lijkt, is de kogel al door de kerk.
(Bron: Rijksoverheid, Rechtspraak, Nederlands Juristenblad, NOS, Archief. Foto: Shutterstock)
Kunnen grootouders ook een omgangsregeling krijgen voor de rechter? Zo werkt het